Niets roept een fijner gevoel op dan het vrolijke gekwetter van jonge vogels in de tuin of op het balkon. Met een vogelhuisje aan de muur of in de boom zorg je voor blije vogels en word je er zelf ook meteen eentje. Met onze tips voor het ophangen van een vogelhuisje of nestpot creëer je een veilige plek en help je mee aan een goede start van een nieuw leven.

Je kunt nog zo’n mooie vogelnestpot hebben, als de plek niet klopt, dan zul je er geen vogel naar binnen zien vliegen. Er zijn zeven weetjes rondom het ophangen van een nestpot:

• Hang de nestpot op een rustige en veilige plek in de tuin, zodat vogels naar binnen durven te vliegen. 
• Houd een hoogte van ongeveer 1,8 meter aan. Zo kun je zelf af en toe checken of er een nestje is. Heb je een kat? Dan is een hoogte tussen de 2,5 en 3,5 meter beter.
• Haal takken direct voor de opening weg. 
• Zorg dat de nestpot niet in de volle zon hangt, dan wordt het te warm binnen. Hang de nestpot op een plek waar er in de ochtend de zon op schijnt en het in de middag in de schaduw hangt.
• De opening van de nestpot kun je het best richting het oosten ophangen, beschut tegen wind en regen. 
• Zorg dat de opening van de nestpot niet geblokkeerd wordt door takken. Een boom of een hogere struik vlakbij vindt een vogel vaak wel fijn: zo kunnen ze eerst kijken of de omgeving veilig is voordat ze de pot weer in vliegen.
• Maak de nestpot in het najaar goed schoon. Gebruik handschoenen en kokend water.

Wanneer hang je de vogelnestpot op?
Hang een nestpot het liefste op in het najaar. Zo kunnen vogels alvast wennen en de pot gebruiken als slaapplek en om te schuilen als het echt koud en nat gaat worden. Als hun nieuwe schuilplek bevalt, dan heb je dikke kans dat ze er in het broedseizoen – het vroege voorjaar – terugkomen om een nestje te maken.

Meerdere vogelnestpotten combineren
Heb je meerdere vogelsoorten in de tuin of wil je verschillende vogelnestpotten ophangen? Dan is het goed om te weten dat de meeste vogels, ook al zijn het soortgenoten, het liefst niet naast elkaar wonen. Voor vogels van verschillende soorten, zoals een koolmees en pimpelmees, kunnen de nestpotten 3 meter uit elkaar hangen. Potten voor vogels die graag in groepen wonen, zoals mussen, spreeuwen en zwaluwen, kunnen wél naast elkaar hangen. Kies een vogelnestpot op basis van de vogels die al in de tuin bivakkeren of die je graag wilt verwelkomen. Elke vogel heeft een bepaalde voorkeur voor de hoogte van de invliegopening. De doorsnede van de opening varieert ook. Houd hier dus rekening mee.

Tip: zie je twee broedseizoenen achter elkaar geen vogel in de nestpot? Check dan nog even de tips hierboven of probeer een andere plek uit.

Bron: VT Wonen